Afknippen van de leiding

Om een correcte en luchtdichte verbinding te garanderen, is het van groot belang dat de leiding correct wordt afgeknipt. De hoek van de afgeknipte leiding mag NOOIT groter zijn dan 5°. Om deze reden adviseren we om een luchtleiding-schaar te gebruiken zoals model PZN (zie gereedschap)

Buitenkant leiding

Het oppervlak van de leiding moet glad zijn en vrij van om het even welke beschadiging of vervuiling.

Leiding insteken

Als de leiding in de koppeling ingestoken wordt, moet deze volledig tot tegen de aanslag geduwd worden.

De juiste insteeklengte staat gespecifieerd op onderstaande tabel. Wij adviseren om de juiste insteeklengte met een pen of tape te markeren alvorens de leiding in de koppeling te duwen. Zo kan je zeker zijn dat de leiding tot op de juisten diepte is ingestoken. 

Verwijder de leiding

Om de leiding uit de koppeling te verwijderen, dient het Series 9000 DRK verwijder-gereedschap gebruikt te worden (zie gereedschap). Plaats het rond de leiding en duw naar onder zodat de koppeling de leiding loslaat en je de leiding uit de koppeling kan trekken (zie tekening).

Opgelet: Probeer nooit de leiding te verwijderen wanneer het systeem nog onder druk staat. Zorg ervoor dat de volledige druk weg is alvorens de slang te verwijderen. 

Het monteren en demonteren van de leiding moet uitgevoerd worden door een gekwalificeerde technieker met kennis van zowel het remsysteem als de Series 9000 koppelingen.

Aanhaalmomenten

Zorg ervoor dat de aanhaalmomenten voor elke type connector gerespecteerd worden, zoals hieronder beschreven.